Samenwerken over de grens van je domein
Over ongeveer een jaar wordt aan de Vlierestraat in Nijmegen een appartementengebouw opgeleverd met 36 woningen voor mensen met dementie. Het is het resultaat van domeinoverstijgende samenwerking tussen OBG en Woonwaarts. Hoe dat is? “Het begint met de wil om elkaar te begrijpen.”
Dat samenwerken niet gemakkelijk is, werd pijnlijk duidelijk uit het ‘groenstrookincident’ begin dit jaar. Een overenthousiaste bouwplaatsmedewerker maakte de tot ecologische zone bestempelde strook naast de Vlierestraat met de grond gelijk. Tegen alle afspraken in die woningcorporatie Woonwaarts en zorgorganisatie OBG met de buurt hadden gemaakt. Een deuk(je) in het vertrouwen. Terwijl de initiatiefnemers van de nieuwbouw doorgaans juist zo constructief meedenken en welwillendheid de boventoon voert. “Wij willen een goede buur zijn voor inwoners van de wijk”, vertelt Patricia Bender, bestuurder van OBG. Daarom komt er bijvoorbeeld geen hoge muur om het appartementengebouw aan de Vlierestraat, maar wordt het qua stijl en uitstraling ingepast in de buurt. Op verzoek van diezelfde buurt.
Sociaal duurzame buurt
Want het zijn feitelijk de inwoners van de wijk voor wie Woonwaarts en OBG de nieuwbouw realiseren. Beide organisaties acteren vanuit de gedeelde ambitie om mensen zo lang mogelijk in hun eigen wijk te kunnen laten wonen. Een ambitie die aansluit bij de woonzorgvisie van de gemeente Nijmegen, gericht op het stimuleren van doorstroming. “Als je vanwege gezondheidsproblematiek de wijk moet verlaten om in een groepswoning in Lindenholt te wonen, ga je niet weg”, stelt Patricia. Dat is anders als je naar een woning in een van de gebouwen rondom OBG kunt verhuizen, of – als het nodig is – naar de Vlierestraat. Dan blijf je in je vertrouwde omgeving.”
“Wij noemen dat sociaal duurzame buurten”, haakt Antoine Pekel in, directeur-bestuurder van Woonwaarts. “Buurten waar je ongeacht je leeftijd of zorgvraag kunt blijven wonen. Omdat je de mensen kent, je netwerk hebt en de routes weet.”
Thuiszorg avant la lettre
De appartementen aan de Vlierestraat worden gebouwd voor mensen met dementie die zoveel mogelijk onderdeel van de wijk en het gewone leven willen zijn. Het gebouw blijft eigendom van Woonwaarts – OBG vult de ondersteunings- en zorgbehoefte van de bewoners in. Het is een beproefd concept. Patricia: “Zo’n twintig jaar geleden zijn we als organisatie omgekat van intramurale verzorgingshuiszorg naar het thuiszorgconcept. Dat was in die tijd enorm innovatief. Nu past het helemaal in de tijdgeest om een schil van begeleiding, ondersteuning en zorg rondom bewoners te vormen zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen.”
Gemeenschappelijke opgave
Hoewel de rollen formeel strikt gescheiden zijn – de een bouwt en beheert, de ander ondersteunt, begeleidt en zorgt – trekken OBG en Woonwaarts samen op in de realisatie van het nieuwe gebouw. Domeinoverstijgend. Omdat je wonen en zorg niet kúnt
scheiden, legt Patricia uit. “Je moet elkaars context leren kennen om te weten wat de gemeenschappelijke opgave is in de regio. Ieder vanuit zijn eigen perspectief en vanuit de vraag wat jij kunt bijdragen aan de inwoners van de stad.” Dat levert mooie en soms ook schurende gesprekken op. Over wet- en regelgeving, de financiële kaders. “Het lijkt op elkaar, maar op onderdelen zijn de financiële regels voor een zorg-welzijnsorganisatie echt anders dan voor een woningbouwcorporatie. Wij hebben te maken met de tarieven van het Zorgkantoor, zorgverzekeraars en gemeente, Woonwaarts met sociale huur en passend toewijzen.”
Elkaars taal spreken
Dus nam Patricia de Woonwaarts-bestuurder mee naar een zorgconferentie over VPT (Volledig Pakket Thuis). Om de complexe (systeem)wereld van de zorg beter te leren kennen. En elkaars taal te leren spreken. De bestuurders lieten ook huishoudboekjes maken. Daarmee kregen ze een realistischer beeld van de financiële risico’s van geclusterd VPT. En kon een businesscase worden gemaakt. Antoine: “Tot die tijd wisten we onvoldoende wat de financiële draagkracht van een toekomstige huurder zou zijn en hoe de financiële stromen lopen in de zorg.”
Oog voor elkaars belang
Elkaars werelden kennen en taal spreken. Is daarmee succes gegarandeerd? Volgens de bestuurders niet. Het is zaak om gezamenlijk te blijven optrekken, risico’s in te schatten en kansen te zien. Want gedurende het traject loop je altijd wel ergens tegen dilemma’s aan. Bijvoorbeeld ten aanzien van de gemeenschappelijke ruimte, de buurtkamer van de Vlierestraat. Het gebouw is aangemerkt als een van de proeftuinen van Netwerk Nonna. Daarmee verkennen OBG en Woonwaarts welke rol gemeenschapszorg kan spelen. Beleeftheater POW WOW werd naar de buurt gehaald en er werden gesprekken met de inwoners gevoerd over hoe men de toekomst van de wijk voor zich ziet. Antoine: “Bewoners weten het best wat nodig is om de buurt toekomstbestendig te maken. Aan ons de uitdaging om te kijken hoe haalbaar dat is. Als Patricia de bekostiging van de gemeenschappelijke ruimte in gesprek met het Zorgkantoor alleen vanuit OBG had benaderd, zou er voor ons een financieringsissue zijn ontstaan. Je moet vooraf dus goed nadenken waar je samen kunt optrekken en waar het mis kan gaan.”
Vertrouwen op oplossingen
Inmiddels is de eerste spade de grond ingegaan. Daarmee is de bouwfase van de Vlierestraat een feit. Het maakt Antoine trots. Net als het feit dat het project financieel haalbaar is gebleken. Dat was geen gelopen race. “Nog altijd zijn er enkele losse eindjes. In het geval van de Vlierestraat bestaat de kans dat we woningen niet altijd passend toewijzen – omdat we niet precies weten wat het inkomen van een bewoner is.” Hij heeft er echter vertrouwen in dat ook op dit punt door de partners zal worden gedacht in oplossingen. Net als Patricia. Het gaat volgens haar over bewezen betrouwbaarheid. “We delen met Woonwaarts onze maatschappelijke betrokkenheid. Als je elkaar daarop vindt, kom je altijd tot oplossingen.”