Meer dan een taak: Hoe Felice en Marleen betekenisvol werk vonden in welzijn
10 april 2025 – Interview met Felice en Marleen
In het kader van duurzame inzetbaarheid zet OBG zich actief in om medewerkers op een passende manier aan het werk te houden, ook als hun belastbaarheid verandert. Een mooi voorbeeld hiervan is het initiatief rondom inzet van welzijnsuren bij cliënten met een indicatie voor langdurige zorg. We spraken hierover met Felice en Marleen, twee collega’s uit de huishouding die inmiddels deels in welzijn werken.
Van huishouding naar welzijn
Felice kreeg na een zware rughernia te horen dat ze volledig was afgekeurd voor fysiek belastend werk. In goed overleg met haar leidinggevende werd gekeken naar een oplossing waarbij zij weer inzetbaar zou zijn en waarbij invulling werd gegeven aan de zorgvraag. Dat hield voor haar in: twee uur huishouding en vier uur welzijn. “Ik merkte gewoon dat ik ouder werd. Dit biedt een mooie balans tussen inzetbaarheid en herstel.”
Ook Marleen maakte bewust de overstap. “Een paar jaar geleden had ik nergens last van, maar inmiddels ervaar ik lichamelijke klachten. In overleg met mijn coördinator kon ik mijn welzijnsuren inzetten bij een nieuwe cliënt met beginnende dementie. Het is mooi werk. Minder zwaar en juist heel waardevol.”
De kracht van contact
Wat beide collega’s aanspreekt, is het persoonlijke contact. “In de huishouding ben je meer taakgericht bezig, maar bij welzijn draait het om het contact, het stimuleren en motiveren,” vertelt Marleen. “Je leert mensen aanvoelen: tot hier en niet verder. En je leert omgaan met gedragingen zoals overprikkeling. Dat vraagt rust, geduld en soms afstand nemen.” Felice vult aan: “Hoe langer je iemand begeleidt, hoe groter het vertrouwen wordt. Maar als de klik er niet is, moet je dat kunnen bespreken. Gelukkig is daar ruimte voor bij OBG.”
Leren op de werkvloer
Zowel Felice als Marleen geven aan veel te leren in hun nieuwe rol. Zo volgden zij – net als alle medewerkers huishouding – de e-learning ‘Omgaan met dementie’. “Dat is echt een meerwaarde,” zegt Felice. “Je leert anders kijken en handelen.”
Ze noemen ook praktische zaken: een ommetje maken, iets drinken in de brasserie of een huisartsbezoek regelen in overleg met familie. “Soms maken we samen een weekagenda of nemen we kleine taken op ons, zoals het schoonmaken van de vogelkooi.”
Vertrouwen, ervaring en continuïteit
Hoewel vervanging tijdens vakanties geregeld is – soms bezoekt de cliënt in die weken de dagbesteding van OBG – ervaren de cliënten het gemis van hun vaste begeleider. “De band is belangrijk. Je bouwt iets op en dat kun je niet zomaar vervangen,” aldus Marleen.
Daarom pleiten ze voor meer structurele inzet van welzijnsuren. “OBG zou daar meer in mogen investeren. Er zit zoveel potentieel in ons team,” zegt Felice. “Als we willen dat mensen duurzaam inzetbaar blijven, moeten we juist kijken naar collega’s die anders uitvallen.”
Een anekdote met een glimlach
Tot slot delen de dames ook luchtige momenten. Marleen: “In coronatijd was een collega eens bij een meneer waarbij ze de was wilde aanzetten. Ze vroeg hem: ‘Kan ik nog iets in de was doen?’ Hij trok zijn broek uit en kwam vervolgens spiernaakt aanlopen, met een mondkapje als enige kledingstuk. Zulke dingen bespreek je gewoon in het ochtendoverleg – humor helpt ook.”
Wel zijn ze duidelijk over grenzen: financiële zaken zijn geen taak voor hen. “We blijven weg van de portemonnee. En als er iets niet klopt – zoals signalen van bestelen – melden we dat meteen.”
Felice en Marleen laten zien dat welzijnsuren niet alleen bijdragen aan het werkplezier van medewerkers, maar ook aan de kwaliteit van leven voor cliënten. Hun ervaring is een krachtig voorbeeld van meebewegen, meegroeien en betekenisvol werk.
Foto: Marleen samen met cliënt mevrouw Grol